Wie zijn er online

We hebben 106 gasten en geen leden online

Bezoekerstotaal

Artikelen bekeken hits
183116

Informatie

Hofhouding

Chiffre van Koningin Juliana, Koningin Beatrix en Koning Willem Alexander.

Om de leden van de hofhouding te herkennen dragen deze een bijzondere speld. In de periode van  koningin Beatrix wordt er door de leden van de hofhouding een gestileerde B gedragen op de revers van de jas of pak. Aan dit teken is zichtbaar dat de persoon bij de hofhouding hoort en voor de gasten die een vraag hebben of iets willen weten.

In een vroegere periode is een nassau blauwe roset met in het midden een kroon gebruikt. In de begin periode van koningin Juliana wat dit gebruikelijk.(zie foto) later is dit vervangen door een gestileerde J of B

In de huidige tijd wordt de AW gebruikt tbv de koning Willem Alexander en de M tbv koningin Maxima.

 

 

 1

 

 

 

eigen collectie

 

Sample Image Active Image

                                              

 

 

 

In Dienst Van Oranje

De geschiedenis van uniformering van het Militaire Huis

 

 

1. De Nederlandse hofhouding 

 

De Nederlandse hofhouding bestaat uit een Civiel (burgerlijk) en een Militair Huis. Tot het Civiele Huis behoren onder meer de hofdames, de particulier-secretarissen, de kamerheren en de hofmaarschalk. In het Militaire Huis zijn adjudanten uit alle drie de krijgsmachtdelen vertegen­woordigd. Naast adjudanten kent het Militaire Huis ordonnans- officie­ren en onderofficieren-ordonnans. Over deze twee functies later meer. Adjudanten kunnen ook functies in het Civiele Huis vervullen, zoals hof­maarschalk, secretaris of stalmeester. Vooral de stalmeester met zijn 18e eeuwse rode kostuum is op Prinsjesdag voor veel Nederlanders een bekende verschijning. Juist op Prinsjesdag zijn de beide delen van de hofhouding goed te zien. Rechts van de troon zitten de adjudanten van het Militaire Huis. Links, sinds 1969 niet meer in ambtskostuum maar in jacquet: het Civiele Huis. 

 

 

2. Adjudanten

Bovenal is de adjudant in gewone dienst een persoon die ten dienste van het staatshoofd staat. Niet voor niets kent de Franse taal het werkwoord adjoindre, dat toevoegen betekent. Tot de belangrijkste taken behoren: het verzorgen van de liaison tussen leden van bet Koninklijk Huis en krijgsmacht, het verzorgen en begeleiden van militair ceremonieel en andere evenementen en het vertegenwoordigen van, leden van het Koninklijk Huis waar nodig. Daarnaast kan een adjudant worden inge­zet bij andere taken binnen de Koninklijke hofhouding. Het adjudant­schap is niet altijd een volledige dagtaak. Aanwezigheid en paraat staan is soms al voldoende. De latere hofmaarschalk Van Zinnicq Bergmann dacht in 1947 nog dat hij zijn adjudantschap na een paar jaar zou afslui­ten

.================================================================

Active Image

Mr. Robbert Jacques Emile Marie van Zinnicq Bergmann ('s-Hertogenbosch 11 april 1917-Vorden 15 juni 2004) was een Nederlands oorlogsvlieger en hoveling.
Robbert van Zinnicq Bergmann groeide op in Vught en studeerde rechten in
Utrecht toen de Duitsers Nederland binnenvielen.
Hij was in 1939 gemobiliseerd, kwam in het verzet terecht en wist met hulp van
Hendrik Wiegersma die hem een vals paspoort verschafte aan te monsteren op een sleepboot. Via Monte Carlo, Madrid en Lissabon, waar zijn achterneef, de daar geaccrediteerde jonge diplomaat Josef Luns hem kon helpen, naar Engeland te ontkomen.
In Engeland nam de cavalerist van Zinnicq Bergmann, door tussenkomst van Koningin
Wilhelmina die meende dat iedereen het best tot zijn recht kwam in dat wapen waarvoor hij het meeste enthousiasme kon opbrengen, in dienst bij de RAF. Hij werd opgeleid tot gevechtspiloot en vloog op de Tiger Moth, de Harvard, de Master, de Spitfire en de Hurricane. Hij vloog boven Duitsland in vliegtuigen van het type typhoon en werd met het D.F.C. onderscheiden voor een raketaanval op Duitse tanks. Van Zinnicq Bergmann maakte na de Duitse capitulatie in de omgeving van Lübeck een geheimgehouden Duitse straaljager van het type Messerschmitt 262 buit.
Van Zinnicq Bergmann wilde na zijn demobilisatie in het bedrijfsleven gaan werken maar gaf gehoor aan en verzoek van Koningin Wilhelmina om Erik Hazelhoff Roelfzema als adjudant te vervangen. De rest van van Zinnicq Bergmanns loopbaan stond in het teken van het Koninklijk Huis. Hij werd op 6 februari 1947 hofmaarschalk, een functie die hij tot 1 juni 1980 onder drie koninginnen uitoefende.
Robbert van Zinnicq Bergmann haalde ondanks zijn drukke werkzaamheden aan het hof alsnog zijn doctoraal Nederlands recht en werd in de loop der jaren, naast zijn charge als hofmaarschalk, ook
Grootofficier van het Koninklijk Huis, Intendant van de Koninklijke Paleizen te 's-Gravenhage, Jagermeester voor Zuid-Holland en Kamerheer in bijzondere dienst van H.M. de Koningin.Binnen de luchtmacht bracht hij het tot Commodore titulair. Een functie waaraan vanwege zijn positie in het Militaire Huis van de Koningin geen werkzaamheden waren verbonden.
Op 29 november 1980 werd Robbert van Zinnicq Bergmann die gedurende 33 jaar tal van staatsbezoeken organiseerde en ook Winston Churchill bij zijn bezoek aan Nederland begeleide van al zijn taken ontheven en tot Jagermeester honorair benoemd. Hij bleef, het is een honoraire functie, Grootofficier van het Koninklijk Huis.Robbert van Zinnicq Bergmann was Officier in de Orde van Oranje Nassau met de zwaarden, Commandeur in de Huisorde van Oranje, drager van het Vliegerkruis en het Kruis van Verdienste.
Hij droeg het Britse
Distinguished Flying Cross en vreemde staatshoofden maakten hem lid van tal van ridderorden. Zo was hij Grootofficier in het Legioen van Eer, de Belgische Kroonorde en de Luxemburgse Orde van Militaire en Burgerlijke Verdienste van Adolf van Nassau. Hij was Honorair Ridder-commandeur in de Koninklijke Orde van Victoria.
In 1998 publiceerde Robbert van Zinnicq Bergmann zijn herinneringen onder de titel "In dienst van drie vorstinnen".In 1990 had hij in "Het doel bereikt" al over zijn oorlogsjaren geschreven

.===================================================================

 

 Alvast vooruitlopend op een eventuele zakelijke loopbaan in Zuid­Amerika besloot hij Spaans te gaan studeren. 'Want als je toch zo'n hele dag achter een bureau zit, kun je beter met iets bezig zijn.' Aldus Van Zinnicq Bergmann in een interview in 1981, hij had er toen inmiddels meer clan dertig jaar dienst aan het hof opzitten! Sinds 1967 zijn alle oud-adjudanten tot adjudant in buitengewone dienst benoemd. 

 Active Image

 

 

 In buitengewone dienst                                               In gewone dienst 

 

Zij worden zo nu en dan ingezet bij grote plechtigheden. Tal van adjudanten deden bijvoorbeeld dienst bij de inhuldiging van Koningin Beatrix in 1980. Veel hoge buitenlandse gasten kregen namelijk een adjudant als persoonlijke escorte toegewezen. Naast de uniformering is ook de samenstelling van het Militaire Huis met de tijd meegegaan. Na 1973 is altijd een van de adjudanten een vrouwelijk officier. Na haar staatsbezoek aan Indonesie, waar zij door twee vrouwelijke Indonesische militairen werd begeleid, benoemde Koningin Juliana de eerste vrouwelijke militair tot haar adju­dant. Het Indonesische voorbeeld verdiende in haar ogen navolging. Het was Koningin Beatrix die als eerste Oranje in 1980 bepaalde dat een van de dragers van de koningsmantel een vrouwelijk adjudant moest zijn.

3.Oude traditie hersteld

Een geheel aparte categorie wordt gevormd door de ordonnans­officieren. Gekleed in een donkergroene attilla en met een kleine kolbak van otterbont maakten zij indruk in hun fraaie uniform. Belangrijkste taak van deze officieren was het escorteren van leden van het Koninklijk Huis. Op oude foto's van Koninklijke bezoeken zien wij vrijwel altijd aan weerszijde van de koets ordonnansofficieren te paard. Ook bij werk-bezoeken en legermanoeuvres werden de ordonnansen vaak ingezet. Dik­wijls waren de ordonnansofficieren de loopjongens van de adjudanten. Een naar tevredenheid vervulde dienstperiode kon worden beloond met een echt adjudantschap. Meestal werden hiervoor jonge officieren benoemd die dit zeer speciale uniform mochten dragen. In de meidagen van 1940 was het een ordonnansofficier die met het geweer in de aan­slag, Koningin Wilhelmina op haar tocht naar Londen begeleidde. Na de Tweede Wereldoorlog zijn er geen ordonnans- officieren meer benoemd. In het voorjaar van 1991 is hierin echter verandering gekomen. Koningin Beatrix besloot om o.a. de secretaris van het Militaire Huis de zilveren nestel te laten dragen. Als niet onbelangrijke functionaris was deze offi­cier niet herkenbaar binnen de hofhouding. Terwijl herkenbaarheid juist een van de essenties van het uniform is. Omdat hij geen echte adju­dantstaken vervulde werd besloten hem tot ordonnansofficier te benoe­men.     

Active Image 

                                                                                                                                                        De zilveren ordonnanse nestel                                                                        

  Het prachtige uniform kwam niet meer terug, wel de zo kenmer­kende zilveren nestel. Op deze manier werd nieuwe inhoud gegeven aan een oude in onbruik geraakte functie. Active Image  De zg herkenbare mouw envelope

 

4. Functionele traditie

Active Image

 

Anno 1991 is het Militaire Huis een belangrijk onderdeel van de hoforga­nisatie. Met behoud van een aantal zeer traditionele aspecten is het Mili­taire Huis met haar tijd meegegaan. De adjudanten doen tegenwoordig zo'n 3 a 4 jaar dienst ten paleize, en hoeven bijvoorbeeld niet meer per definitie te kunnen paardrijden. De adjudant moet bovenal over organisa­torische kwaliteiten beschikken en de hofdienst geldt als een gewone stap in de loopbaan. De moderne staatsbezoeken waarmee Koningin Beatrix zoveel lof oogst, worden voor een belangrijk deel door de adjudanten voorbereid. Maanden lang wordt er op het paleis druk gewerkt aan de voorbereiding van zo'n bezoek. Juist in een strakke en moderne maat­schappij past een eigentijds Militair Huis met goed gedoceerde tradities. 

 

5. De adjudanten nestel

Active Image

 

De adjudanten dragen sinds 1840 als teken van hun functie aan de rech­terschouder goudkleurige'koorden met fluitjes`, het zogenaamde nestel.Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de militairen van de marechaussee die een nestel aan de linkerschouder dragen. Ook bij de marechaussee is het nestel weer een verwijzing naar een bijzondere taak, namelijk de bescherming van het Koninklijk Huis. Zelfs de koetsiers van de Konink­lijke Stallen dragen op hun gala een soortgelijk nestel. Op uniformkun­dig terrein volgden de Oranjes de Europese mode; aan menig hof droe­gen de adjudanten dergelijke versierselen. Dat deze nestels ook minder praktische kanten hadden, beschrijft de adjudant en particulier­secretaris van Koning Willem III, graaf Dumonceau in zijn memoires. 'Tot overmaat van ramp, gezien ik voor de eerste maal mijn nestel droeg, liet ik de uiteinden ervan in mijn bord vallen, toen ik mij vooroverboog om soep te eten. Zij veroorzaakten in het zilveren bord een lawaai, dat mij verschrikkelijk leek en enkele druppels van het vocht spatten tot mijn schrik in mijn gezicht.' Zijn eerste diner aan het hof bezorgde hem een knalrood hoofd. Koning Willem III en Koningin Sophie konden hun lachen nauwelijks bedwingen. 

 

 

6. Eervolle functie

Active Image ZKH prins Berhard als adjudant BD van Koningin Wilhelmina

 

Binnen het officierskorps gold en geldt een benoeming tot adjudant als een eervolle stap.Van oudsher voelt de krijgsmacht zich meer thuis rond de troon dan rond het politieke apparaat. Een benoe­ming tot adjudant, al dan niet in buitengewone dienst, staat hoog in aan­zien.Dat, naast de titel, ook nog een fraaie nestel op het uniform wordt gedra­gen, zal geen geringe rol hebben gespeeld.Een pure eretitel, want dat is het adjudantschap in buitengewone dienst, kan veel indruk maken. De benoeming van Sultan Hamid II en de Mang­koe Nagoro VII tot adjudant van koningin Wilhelmina illustreert dit. Wellicht dat de benoeming van deze Javaanse vorsten kenmerkend was voor de gezagsverhoudingen in het voormalige Nederlands-Indie. Met het aanvaarden van het adjudantschap in buitengewone dienst traden zij als officieren van het Koninklijk Nederlands- Indisch Leger formeel gesproken toe tot de hofhouding van een andere vorst. (Vreemd voor vorsten van soms veel oudere dynastieen dan de Oranjes!) Als een krijgs­heer al in alle opzichten was gelauwerd, dan was het adjudantschap vaak nog de enige manier om de officier na een opnieuw verrichtte heldendaad nogmaals te eren. Zo werd generaal Van Heutsz na de verovering van Atjeh beladen met ridderorden en ten lange leste benoemd tot adjudant. Natuurlijk vervulde Van Heutsz geen daadwerkelijke paleisdienst. Hij werd adjudant in buitengewone dienst, wat er al op wijst dat het hier slechts een honorair lidmaatschap van het Militaire Huis betreft. Van een bejaard krijger kan immers niet worden verwacht dat hij de hond van Hare Majesteit gaat uitlaten. Van de permanente dienst ten paleize was men in 1820 al afgestapt. Toen werd door Koning Willem I bepaald dat de officieren met regelmaat dienst bij hun onderdeel moesten doen. In 1864 werd de dubbele dienst ingevoerd waarbij er voor de adjudanten functies binnen de krijgsmacht werden vrijgehouden om het contact met 'de troep' niet te verliezen. Zo besloot Koningin Wilhelmina bij de mobi­lisatie van 1914 haar hof in te krimpen met de beroemde uitspraak: 'Het vaderland, roept, heren, naar uw garnizoen! `.

 

Herkomst tekst voor een deel uit: oranje Museum en Wikepedia 

 

 

Kamerheren

kamerheer groot tenue

Groot teneu werd gebruikt bij bijzondere gelegenheden zoals Koninklijke huwelijken, Inhuldigingen en begravenissen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1 08 Schouderstukken met kroon1 09 Mouwborduursel In gouddraad

 

 

 

1 101 11afwerking van de zakken en de rug

 

1 14Steek groot teneu kamerheer met twee gouden dwarsbanden(bij kelin teneu zijndeze afwezig)

 

 

 

klein teneu Kamerheer

 

 

 1 18

 Klein teneu met minder gouden borduursel voor meer dagelijks gebruik

1 01Active Image minder sierlijk borduursel1 15steek klein teneu kamerheer zonder gouden banden zoals bij het Groot teneu

 

 

kamerheren Civiele rok (gebruik binnen het huis des konings)

 

 1 031 04Bestaande uit zwarte lakense stof met een fluwelen kraag met            gouden knoopjes aan de voor en achterzijde

 

 Voorzijde                                                                               Achterzijde

 

 

 1 05kamerheersleutel

knoopjes  op de rugzijde tbv de Kamerheren sleutel

 

 

Voor de wat koudere momenten was een kamerheren overjas beschikbaar

1 02

 

 

 Om alles in goede orde te bewaren was hiervoor een metalen kist beschikbaar waarin alles kon worden geordend en opgeborgen tegen motten en muizen.

 

1 13

 

terug naar voorpagina